Kinderen werkten ook in de fabriek, omdat
- ze vakantie hadden van school.
- er geen scholen bestonden.
- hun ouders niet genoeg verdienden.
Fabriekseigenaren wilden graag kinderen in dienst nemen, omdat
- kinderen sneller leren hoe het moet.
- kinderen niet zo mopperen en klagen.
- kinderen veel goedkoper waren.
Veel arme kinderen droegen klompen, omdat
- schoenen te duur waren.
- ze dat leuk vonden.
- klompen veel lekkerder zaten
De schoolopziener:
- zorgt ervoor dat de meesters goed hun best doen.
- schrijft op hoe het er op de scholen aan toe gaat, maar doet verder niets.
- kijkt alleen maar.
De schoolmeester
- had veel geleerd en verdiende veel geld.
- had veel geleerd maar verdiende weinig geld.
- had weinig geleerd en verdiende weinig geld.
In onze tijd komt nog veel kinderarbeid voor in:
- rijke landen met veel kinderen.
- arme landen.
- alle landen.
Jonge meisjes die als dienstmeisje werkten:
- kregen een hoog loon.
- werkten acht uur per dag.
- waren blij dat ze niet naar de fabriek hoefden.
Op de lijnbaan:
- werd de was aan de lijn gehangen.
- weden waslijnen gemaakt.
- werd touw gemaakt.