Water verandert.

Het vriest, en het water in de plassen wordt hard.
1. smelten
2. bevriezen
3. verdampen
4. condenseren
Hoog in de lucht is het erg koud en veranderen de waterdruppels in ijs.
1. smelten
2. bevriezen
3. verdampen
4. condenseren
Ga niet meer op het ijs, het wordt nu te dun.
1. smelten
2. bevriezen
3. verdampen
4. condenseren
Laat je ijsje niet in de zon liggen!
1. smelten
2. bevriezen
3. verdampen
4. condenseren
Het water in de zee wordt door de zon verwarmd.
1. smelten
2. bevriezen
3. verdampen
4. condenseren
Het water in de fluitketel kookt.
1. smelten
2. bevriezen
3. verdampen
4. condenseren
Als de vochtige lucht afkoelt, ontstaan waterdruppels.
1. smelten
2. bevriezen
3. verdampen
4. condenseren
Als je 's winters in een koude auto stapt, beslaan de ramen door je adem.
1. smelten
2. bevriezen
3. verdampen
4. condenseren