Index
Vul de goede vorm van het werkwoord in.
Klaar? Klik dan op de knoop KIJK NA
aanmoedigen (tt): De ouders
de jonge voetballertjes
.
accepteren (vt): Dat gedrag wordt hier niet
!
aankloppen (tt): Wie
er
de deur?
aanraken (vt): Ik
die dure vaas heel voorzichtig
.
behandelen: (tt): De arts
de zieke vrouw.
concluderen: Dat heb je goed
.
bereiken: Door hard te werken kun je veel
.
demonstreren (vt): De arbeiders
tegen het vieze werk.
beslissen: Heb je nu nog niet
wat je wilt?
onderstrepen: De
woorden moet je kennen.
glimlachen (vt): De kinderen
heel lief.
ontsnappen: De gevangen is
.
haken: Dat hoedje heb ik zelf
.
knippen (vt): De kleuter
de cirkel keurig uit.
herinneren: Ik kan me niets van het ongeluk
.
illustreren: Ik koop een
boek.
mislukken: De
tekening gooi ik weg.
informeren (tt):
jij even hoe laat de trein vertrekt?
inspannen (vt): Hij
zich
om de zware balk op te tillen.
KIJK NA
OK
Index