Index
werkwoordpakket 2a en 2b door elkaar
Vul de juiste persoonsvormen in.
Bij sommige woorden kun je hulp krijgen: klik daarvoor op de knop met het sterretje.
Vul de juiste persoonsvorm in in de tegenwoordige tijd:
barsten: De kopjes
door de hete thee.
slachten: De slager
de koe.
besteden: Ik
veel tijd aan mijn huiswerk.
baden: Dagobert Duck
*
in zijn geld.
hechten: De arts
de wond.
schatten: Ik
het antwoord op die som.
verbranden: Wij
de afgezaagde takken.
leiden: Jullie
de groep naar huis.
En nu in de verleden tijd:
barsten: De kopjes
*
door de hete thee.
slachten: De slager
*
de koe.
besteden: Ik
*
veel tijd aan mijn huiswerk.
baden: Dagobert Duck
*
in zijn geld.
hechten: De arts
*
de wond.
schatten: Ik
*
het antwoord op die som.
verbranden: Wij
*
de afgezaagde takken.
leiden: Jullie
*
de groep naar huis.
Vul nu een persoonsvorm en een voltooid deelwoord in:
barsten: De kopjes
door de hete thee
*
.
slachten: De slager
de koe
*
.
besteden: Ik
veel tijd
*
aan mijn huiswerk.
baden: Dagobert Duck
in zijn geld
*
.
hechten: De arts
de wond
*
.
schatten: Ik
het antwoord op die som
*
.
verbranden: Wij
de afgezaagde takken
*
.
leiden: Jullie
de groep naar huis
*
.
KIJK NA
OK
Index