werkwoordpakket 2a


Vul de juiste persoonsvormen in.
Bij sommige woorden kun je hulp krijgen: klik daarvoor op de knop met het sterretje.
Vul de juiste persoonsvorm in in de tegenwoordige tijd.

bereiden : Mijn broer een heerlijke taart.
bevrijden: De rovers hun gevangen kameraad.
schudden: Ik de kaarten goed door elkaar.
verwoorden: Zij haar probleem prima.
raden: Jullie het geheim van mijn vriendin.

En nu in de verleden tijd:

bereiden: Mijn broer een heerlijke taart.
bevrijden: De rovers hun gevangen kameraad.
schudden: Ik de kaarten goed door elkaar.
verwoorden: Zij haar probleem prima.
raden: Jullie het geheim van mijn vriendin.

Vul nu een persoonsvorm en een voltooid deelwoord in:

bereiden: Mijn broer een heerlijke taart .
bevrijden: De rovers hun gevangen kameraad .
schudden: Ik de kaarten goed .
verwoorden: Zij haar probleem goed .
raden: Jullie het geheim van mijn vriendin .