Voltooid deelwoord.


Vul een voltooid deelwoord in.
leveren: De bloemist heeft slechte bloemen .
proeven: Heb je al wel eens spruitjes ?
verrassen: Je hebt me met dat cadeautje erg .
gedragen: Hij heeft zich de hele dag keurig .
vergelijken: Ik heb de verschillende boeken goed .
nazeggen: De kleuter heeft alles keurig .
uitzoeken: Je hebt een mooie broek .
onderstrepen: Heb je alle werkwoorden ?
afwassen: We hebben samen .
berichten: Heb je je moeder dat je niet thuis komt eten?
beloven: Je hebt om op tijd thuis te zijn.
bewijzen: De politie heeft dat de jongen heeft ingebroken.