Index
Alle tijden op een rijtje.
Vul elke keer in:
de PV tegenwoordige tijd
de PV verleden tijd
het voltooid deelwoord
bekijken:
Juf
de sommen.
Moeder
de scheur in de jurk.
Heb jij je werk goed
?
vergissen:
Pas op dat je je niet in de weg
.
Gisteren
ik me ook in de weg.
Heb jij je nog nooit in de weg
?
opladen:
Die nieuwe batterijen
snel
.
De oude batterijen
veel langzamer
.
Maar die nieuwe zijn in twintig minuten
.
proberen:
Je
het niet eens!
Vorige week
jullie het allemaal.
Maar nou heeft nog niemand mijn soep
.
afwachten:
Ik
nu nog maar een paar minuten
.
Gisteren
ik wel een uur
!
Ik heb gisteren dus veel te lang
.
beheersen:
Hij
zich goed.
Ik wou dat hij zich altijd zo goed
.
Hij heeft zich nog nooit zo goed
!
plonzen:
De kikker
in het water.
Ik dacht even dat ik er ook in
!
Dat zou wel heel hard
hebben.
uitkiezen:
Mijn tante
altijd van die stomme jurken
!
Op mijn vorige verjaardag
ze ook zo'n stomme jurk
.
Ik heb nog nooit zo'n stomme jurk
.
verspreiden:
De klanten
zich langzaam door de winkel.
Op de laatste koopzondag van vorige maand
ze zich heel wat sneller.
Pas na een half uur hadden alle klanten zich door de winkel
.
KIJK NA
OK
Index