Klankvaste werkwoorden


Vul steeds in:
- de PV tegenwoordige tijd en een wederkerend voornaamwoord
- de PV verleden tijd en een wederkerend voornaamwoord
- een voltooid deelwoord en een wederkerend voornaamwoord
verwonden
Jij aan de gebroken ruit.
Jij aan de gebroken ruit.
Jij hebt aan de gebroken ruit .

veroorloven
Wij een heerlijke sorbet.
Wij een heerlijke sorbet.
Wij hebben een heerlijke sorbet .

storen
Ik aan die herrie.
Ik aan die herrie.
Ik heb aan die herrie .

uitbreiden
De olievlek .
De olievlek .
De olievlek heeft .

verslikken
Jullie in de ranja.
Jullie in de ranje.
Jullie hebben in de ranja .

haasten
De apen naar binnen.
De apen naar binnen.
De apen hebben naar binnen .

verbazen
Mijn tante over mijn lengte.
Mijn tante over mijn lengte.
Mijn tante heeft over mijn lengte .

vergissen
De verkopen in de prijs.
De verkoper in de prijs.
De verkoper heeft in de prijs .

herinneren
jij die vakantie nog?
jij die vakantie nog?
Heb jij die vakantie nog ?

verzetten
De dief tegen zijn arrestatie.
De dief tegen zijn arrestatie.
De dief heeft tegen zijn arrestatie .