Samengestelde woorden.


Maak van twee woorden een samengesteld woord.
Luister goed of je een s hoort.
Denk aan de regels als je e of en moet invullen.

Regels voor samenstellingen

Je schrijft -en:
Als het eerste woord in het meervoud altijd (e)n krijgt.

Je schrijft -e:
Als het eerste deel geen meervoud kent: rijstepap (rijst heeft geen meervoud)
Als het eerste deel ook een ander meervoud heeft: ruimteschip (ruimte heeft twee meervouden: ruimtes en ruimten)
Als er in het eerste deel iets wordt genoemd, waar er maar één van is: zonnebril (er is maar één zon)
Als het een uitdrukking is: spillebeen, hartelust.

Je schrijft -e of -es:
Als je dat hoort wanneer je het woord uitspreekt.
Let op: als het tweede woord met een s begint, moet je daar even een ander woord van maken: meisjesfiets, meisjesstem.
paard + staart =
varken + kop =
varken + staart =
prul + bak =
bloem + winkel =
eten + rest =
krant + bezorger =
tomaat + soep =
fruit + schaal =
dorp + plein =
dorp + straat =
meisje + fiets =
meisje + stem =
fiets + maker =
rijst + vlaai =
aap + trots =
verkeer + drukte =
kleuter + school =
slager + winkel =
zon + bloem =
schat + bout =
plant + bak =
zon + stelsel =
maan + schijn =
ruimte + station =
vitamine + pil =