Bomen in de herfst
Quiz: Bomen in de herfst
Waarom verkleuren de bladeren van de bomen in de herfst?
- Het bladgroen verdwijnt, waardoor de andere kleuren overblijven.
- Dat komt van de kou, wij krijgen rode wangen.
- Omdat ze er later afvallen.
- Om insecten aan te trekken.
Welke bomen blijven groen?
- Hulst en spar.
- Denneboom en kastanje.
- Eik en els.
- Berk en hazelaar.
Waarvoor dient de schors?
- Als bescherming tegen uitdroging en beschadiging.
- Als bescherming tegen de kou.
- Om te herkennen welke boom het is.
- Als voedsel voor dieren.
Waarom verliest een boom zijn bladeren in de winter?
- Anders krijgt hij het koud.
- Door de bladeren verdampt veel water, en als de grond is bevroren kan de boom geen nieuw water opzuigen. De boom zou uitdrogen.
- Om plek te maken voor de nieuwe bladeren die er in de lente aan komen.
- De kou komt via de bladeren de boom binnen. Hij zou bevriezen.
Waarom blijven naaldbomen wel groen?
- Die kunnen beter tegen de kou.
- De naalden verdampen veel minder water.
- Die komen eigenlijk uit koude landen.
- Anders zouden we geen kerstboom hebben.
Hoe kun je zien hoe oud een boom is?
- Door de jaarringen te tellen.
- Door de takken te tellen.
- Door te meten hoe dik de boom is.
- Door te meten hoe hoog de boom is.
Waar zit de bast van de boom?
- Onder de schors.
- In het midden van de stam.
- Aan de buitenkant van de wortels.
- Tussen de blaadjes en de takken.
Waarom mag je nooit de bast van de boom afhalen?
- Dan gaat de schors kapot. Dan is de boom niet meer beschermd.
- Door de bast lopen kanaaltjes voor de voedingssappen van de boom. De boom zou dood gaan.
- Door de bast blijft het regenwater buiten de boom. de boom zou van binnen nat worden, en verrotten.
- Je kunt de bast er helemaal niet vanaf halen.
Waarom zijn regenwormen erg belangrijk?
- Ze eten dode bladeren op, en poepen goede humus uit.
- Voor merels, om te eten.
- Ze waarschuwen als het gaat regenen, dan komen ze boven de grond.
- Ze eten alle schadelijke bacteriën op.
Waaraan kun je bomen in de winter herkennen?
- Aan de bladeren.
- Aan de schors en de vorm van de boom.
- Aan de vruchten.
- In de winter zie je geen verschil tussen de bomen.