Index
Zet de zinnen in de andere tijd
De verpleger verbindt de wond.
De verpleger
de wond.
De boer bestreed het onkruid.
De boer
het onkruid.
De regels gelden voor ons allemaal.
De regels
voor ons allemaal.
Ik spuit de stoep schoon.
Ik
de stoep schoon.
De politie verzocht de toeschouwers door te lopen.
De politie
de toeschouwers door te lopen.
Ik verdenk hem van die overval.
Ik
hem van die overval.
De piraten bevinden zich op een onbewoond eiland.
De piraten
zich op een onbewoond eiland.
De meeste mensen ontbijten niet goed.
De meeste mensen
niet goed.
KIJK NA
OK
Index