Andere getal.


Zet de zinnen in het andere getal.
Je vrienden zeggen wat anders.


Wij schrijven een lange brief.


De automobilist reed veel te hard.


De agent wees naar de kant van de weg.


De gasten gaven een heleboel cadeau's.


Ik lees dat boek graag.


Die regels gelden hier niet.


Mijn katten hielden niet van vis.


Wat vinden jullie ervan?


Mijn broers houden niet van patat.


Wij worden vast heel groot.